Herfstlied
Wild walste wind van west,
En rolde zee tot golven rond.
Spetters
Regen
dreunde het dek.
Mee floot het raam.
Het water baste onder en
spoog schuimzout hoog.
Donder rommelde, trilde en
het schip danste geschokt
weg!
Zo zong Zing zijn zang
snel hijgend:
‘Herfst’
Winterwals
Witte vlokken vallen
in hun dwarreldans naar
de grond.
Wit drukken
krakende voetstappen,
steeds harder, dan
zachter tot
stilte volgt.